Behandelingen
Als bij jou longkanker is vastgesteld, zal je specialist met jou bespreken wat de beste behandeling is, specifiek voor jou en je type tumor.
Als je rookt en hulp wilt om te stoppen met roken of om minder te roken, praat dan met je arts voor hulp bij hoe je dit kunt doen. Communiceer ook met je familie en vrienden voor steun.
Onthoud dat je behandelingsmogelijkheden afhangen van een aantal factoren, zoals het type (Niet-kleincellige longkanker, Kleincellige longkanker) en het stadium (Stadium I-IV) van de longkanker en hoe jij je voelt.
Hier zijn enkele van de behandelingen die voor jou beschikbaar kunnen zijn:
Chirurgie
- Je tumor en eventueel enkele lymfeklieren worden operatief verwijderd.
- Afhankelijk van de plaats van de tumor en je gezondheidstoestand kan je mogelijk worden geopereerd als je kanker in stadium 1-3 hebt.
- Je kunt bijwerkingen ondervinden zoals vermoeidheid, bloedstolsels, klaplong, pijn op de borst of in de longen, depressie, angst en hartproblemen.1
Chemotherapie
- Je kanker kan worden behandeld met medicijnen die via je bloedbaan naar je hele lichaam gaan.
- Je kunt verwachten dat je elke 3 tot 4 weken chemotherapiemedicijnen in je bloed krijgt, bijvoorbeeld via een infuus, poortkatheter of centrale lijn.
- Meestal krijg je chemotherapie vóór de bestraling, maar het kan ook tijdens de bestraling. Dit is alleen als radiotherapie deel uitmaakt van het behandelplan voor jouw tumor.
- Je kunt bijwerkingen ondervinden zoals vermoeidheid, ziekte, keelpijn, hoest, haaruitval, zenuwbeschadiging, verlies van eetlust en ademnood.
Radiotherapie
Je arts kan je doorverwijzen naar een specialist om de volgende onderzoeken te doen:
- Je kanker kan worden behandeld met hoge energie röntgenstralen.
- Je kunt een aantal behandelingen verwachten die in duur kunnen variëren (bijv. 10 – 15 minuten) over meerdere weken.2
- Meestal krijg je radiotherapie na chemotherapie, omdat bestraling kankercellen kan doden die met chemotherapie niet zijn gedood.
- Je kunt bijwerkingen ondervinden zoals vermoeidheid, misselijkheid, huidreacties, keelpijn, hoesten en slikproblemen.
- Speciale soorten radiotherapie:
- Stereotactische ablatieve lichaamsbestraling (SABR) is een geavanceerde techniek waarmee gerichte stralingsdoses worden toegediend aan een zeer klein deel van het lichaam. SABR is een precisietechniek waarmee een veel hogere stralingsdosis aan de tumor wordt toegediend dan met conventionele bestraling kan worden bereikt.
- Stereotactische radiochirurgie (SRS) en stereotactische radiotherapie (SRT) zijn geavanceerde vormen van bestraling waarbij hoge stralingsdoses worden toegediend aan kleine doelen in de hersenen.
Chemoradiotherapie
Je kanker zal tegelijk met chemotherapie en radiotherapie worden behandeld.
- Zie ook de secties:
- Chemotherapie
- Radiotherapie
Gerichte therapie
- Als je tumor specifieke mutaties bevat (veranderingen in de celinformatie waardoor cellen kankercellen worden en in het lichaam groeien en zich verspreiden).
- Je kanker kan worden gedood met speciale geneesmiddelen die gericht zijn op afwijkingen in het DNA van je tumor (moleculen in de cellen die genetische informatie bevatten die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en de werking van calls).
- Je kunt bijwerkingen ondervinden zoals vermoeidheid, misselijkheid, diarree, hoge bloeddruk, mondzweren, huidreacties, haarkleurveranderingen en nagelveranderingen. De bijwerkingen zijn afhankelijk van de specifieke gerichte therapie.
Immunotherapie
- Als je tumor specifieke afweerstoffen bevat.
- Je immuunsysteem kan hulp krijgen om kankercellen te herkennen en te bestrijden met behulp van speciale medicijnen.
- Je kunt verwachten dat je elke 2 tot 4 weken een infuus in je borst of arm krijgt, gedurende maximaal 2 jaar.
- Je krijgt immunotherapie meestal na een operatie, chemotherapie of radiotherapie.
- Je kunt bijwerkingen ervaren zoals vermoeidheid, ziekte, ademnood, diarree, huidreacties, gewrichtspijn en verlies van eetlust.